Wegdromen naar India bij Mayur

0
mayur

Bij sommige restaurants kom je graag omdat je telkens verrast wordt met nieuwe gerechten. Bij andere zaken kom je graag omdat je juist precies weet wat je kan verwachten, en jouw lievelingsgerecht er altijd is. I mean, wat zou Loetje zijn als de biefstuk ineens van de kaart gehaald werd? Je zou misschien denken dat ‘altijd maar hetzelfde serveren’ saai is, maar daar ben ik het niet mee eens op het moment dat dát hetgeen is wat jouw restaurant typeert. Mayur is zo’n restaurant. Niks geen weekmenu’s of koken met wat er die ochtend langs de weg groeide, maar Indiaas eten. Echt, Noord-Indiaas eten welteverstaan. Of niet te verstaan, want sommige obers kunnen geen Nederlands (maar wel Engels). Maar hé, we leven in 2015 en dit is Amsterdam, dus no prob. 


Toen ik het restaurant binnen liep herkende ik niks meer van de zaak waar ik in een ver verleden letterlijk een blauwe maandag heb gewerkt. Dat het een restyling ondergaan had is een understatement: ik waande me in een soort warme 1001 nacht sfeer. Bij het serveren van de papadum met mango- en yoghurtdipjes ging er een vlaag van herkenning door me heen, en toen ik de ober aan zag komen met twee drankjes riep ik meteen: “ah lekker, mango lassie!” Waarop hij me verwonderd aankeek. Het interieur mocht dan onherkenbaar (mooi) veranderd zijn, dit was nog precies hetzelfde gebleven. En met succes, want de zaak zat vol. Op maandag. (Behalve deze ene special table bij het raam dan, ik kan me herinneren dat die vrij gehouden wordt voor speciale gezelschappen.)


Toentertijd had ik wel wat gerechten geproefd, maar een echt diner had ik nooit bij Mayur gegeten. Ik kon me de tandoor nog wel goed herinneren: een kleioven met de opening aan de bovenkant, waar naast het vlees (dat er verticaal ingehangen wordt) ook brood in gemaakt wordt. Ik ben altijd blij als de ober alleen naar allergieën en ongewenste producten vraagt, want dat betekent dat we verrast gaan worden. En ik hou van verrassingen =D Meteen bij het voorgerecht was het raak: kip, garnaal en lam uit de tandoor. In de Indiase keuken wordt geen rund (heilig) en varken (ongeveer het tegenovergestelde) gegeten dus we doen het vanavond met kip en lam. Helemaal niet erg want de kok weet precies hoe hij dit heerlijk kan bereiden en kruiden. Pap en ik vonden alles lekker, maar verkozen de spicy chicken tot winnaar omdat deze precies zo gekruid was dat je alle smaken, én het pittige kon proeven. De lam gedipt in yoghurt/muntsaus was overigens ook bijzonder smakelijk.


Tijd voor het hoofdgerecht. De gezellige ober was inmiddels onze vriend geworden en we hadden hem al op het hart gedrukt dat niet-leeggegeten borden niet betekenen dat we het niet lekker vinden, maar dat we gewoon ramvol zitten. Goed dat we dit gezegd hadden, want we kregen allebei een gigantische schaal met curry’s voorgeschoteld: het tasting menu. ‘Omdat zo veel mensen alles willen proeven’, was de boodschap. En dat begrijp ik. Met zo veel lekkers op de kaart is het ook lastig kiezen en dan biedt zo’n tasting de uitkomst. Naast alle bakjes met curry werd er brood geserveerd, wat in India als bestek gebruikt wordt. Inlevend als ik ben deed ik ook een poging maar bij een stukje kip met brood oplepelen haakte ik af. Dan maar met een vork en het brood in de linzencurry hangen. Die was overigens favoriet, samen met de lam curry en mijn nr.1 de tikka masala. Nu vond ik alles echt super smakelijk en bijzonder goed gekruid, maar dit bakje had ik compleet leeggegeten/gedipt dus dat leek me een duidelijke winnaar 😉


India is geen wijnland, maar geen diner zonder een goed glas druivensap dus we kregen een Riesling uit de Elzas geschonken. Een lekkere frisse, mineralige wijn met een heel klein zoetje die een perfecte tegenhanger van de romige en kruidig curry’s vormde. Heerlijk ook dat we onder het mom van ‘het is immers maandag’ nog een refill kregen.


Of we misschien nog een plekje hadden voor een dessert, werd er gevraagd. Nou oke, een kleintje dan 😉 We deelden wat pistache ijs dat hét ijsje van India genoemd wordt. Best lekker, maar ik leek vooral gecondenseerde melk te proeven. De goede espresso was een fijne tegenhanger.


Ik zou bijna vergeten te vertellen over het interieur, terwijl dat juist zo gaaf is! Het is echt een bepaalde sfeer die er hangt, en dat komt niet door één bepaald ding. De verlichting, mooie wandversiering, het bijzondere metselwerk waardoor er waxinelichtjes ‘op’ de muur staan, de geur, de muziek, alles is in harmonie. Een aantal obers komt geloof ik uit India, maar degene die de show stal was toch echt de boomlange Amsterdammer. Hij is zo’n ober waar een Amsterdamse zaak z’n handen voor mag dichtknijpen: vriendelijk, enthousiast over wat hij serveert, een goede kennis van zaken en in voor een gezellig babbeltje.


Ik vond het ontzettend leuk om weer eens binnen te zijn bij het restaurant dat, naar mijn mening terecht, de beste Indiër van Amsterdam genoemd wordt. En dat vinden meer mensen, want na 32 jaar krijgt de zaak er nog steeds vasten gasten bij. Tip van mij: reserveer voordat je hier gaat eten. En kijk vooral even door het raam de keuken in wanneer je er bent, dan zie je de chefs in actie met hun tandoor.


Nog een tip (ik ben nu toch bezig 😉 ) of je nu een omnivoor bent, vegetarier of alleen halal eet, je bent hier in alle gevallen aan het juiste adres. Vraag het personeel ook vooral om tips want ze helpen je graag.

Bron omslagfoto: Mayur

Over de auteur

Geen reacties

Dit vind je vast ook leuk: