Alweer de tweede smaak van Bali! De tijd vliegt écht als je het naar je zin hebt, zo blijkt wel weer. Onze tweede week begon met een ritje naar Sanur om vanaf daar de boot naar Nusa Lembongan te nemen.

Lembongan is een klein eiland waar geen auto’s rijden, en naast snorkelen en duiken vrij weinig te doen is. Bij aankomst huurden we direct een scooter om het eiland (en het nog kleinere, naastgelegen Nusa Ceningan) te ontdekken. Het was – zacht uitgedrukt – nogal een hobbelige rit. Overal liggen losse stenen en keien en om de zoveel meter zit er een gat in de weg. Het was in ieder geval een belevenis 😉

Terug bij onze villa kwam er een Balinese dame om me een heerlijke pedicure & manicure te geven, terwijl Tig genoot van een biertje en het uitzicht. Wat een leven hier…

Aan de onderkant van het eiland hadden we ’s middags een Warung gezien waar we ’s avonds heen reden. Wat hebben we heerlijk gegeten! Saté aan lemongrass geregen, beef rendang en nasi (shit ik weet niet meer hoe het helemaal heette), super lekker! Het bleek dat jullie er ook blij van werden, de foto werd ’s ochtends vroeg (Nederlandse tijd) al kwijlend door jullie ontvangen haha!

Dinsdag was het tijd om te gaan snorkelen. Met onze eigen kapitein en een mooi oud vissersbootje gingen we op pad. Helaas waren de manta roggen niet thuis (wegens troep in het water) maar we hebben wel dolfijnen gezien vlakbij de boot. Er zaten werkelijk overal kwallen – mijn grootste angst – dus na twee pogingen gaf ik het op en is Tig lekker gaan snorkelen.

De laatste stop, de mangrove, was volledig kwal-vrij dus gelukkig heb ik ook nog een half uurtje heel mooi kunnen snorkelen =D

We wilden ook de andere kant van het eiland graag zien dus na ons snorkelavontuur pakten we de scooter en reden we richting het mangrovebos. Het was wederom een prachtige omgeving en naast een paar warungs was er niks te vinden.

We stopten bij warung Bambu waar we genoten van een lekkere Indische lunch.

Nadat we een heerlijke scrub & massage hadden ondergaan in het dorpje, reden we weer richting warung Putu. De eigenaar had speciaal voor ons tonijn gehaald die gegrild werd en geserveerd met de lekkerste sambal ooit, en een smakelijk groente gerecht.

Op Ilovehealth las ik dat Bali Eco Deli heerlijke ontbijtjes heeft, dus we besloten daar woensdag heen te gaan. Yoghurt met homemade granola, heerlijke verse sapjes en bananabread met chocolade. Zeker een aanrader!

Aangekomen in het resort van onze laatste villa was dit het eerste wat we zagen. Ongelofelijk, wat gaaf. Het lijkt bijna nep als je hier staat, zo indrukwekkend zijn alle hoge bomen en heldere groene kleuren.

Na onze villa ingericht te hebben lieten we ons naar het centrum van Ubud brengen, op zoek naar een scooter. Die vonden we direct naast Watercress waar we besloten te gaan eten. Tig had heerlijke porkbelly met daarbij Asian greens, we deelden wat calamaris en ik ben natuurlijk weer vergeten hoe mijn nasi heette (alles heet hier nasi maar het woord er achter verschilt elke keer) maar er zat in ieder geval seafood in en ik kreeg er homemade pindasaus bij. Leuke zaak dit!

Ubud staat bekend om het sacred monkey forrest oftewel het apenbos. De ingang is gewoon een opening – zonder hek oid. – en de aapjes kunnen dus ook gemakkelijk in- en uit lopen. Bij het parkeren van de scooter werden we al verwelkomd door 2 kleine aapjes.

Binnen in het bos was het een gekkenhuis van rennende apen, mensen die de aapjes tóch maar even aaien (stomste wat je kan doen) en apen die aan je broek of tas trekken omdat ze denken dat je een banaan hebt. In één woord geweldig. Ik vind die beestjes zó leuk! Ze zijn hondsbrutaal en hebben schijt aan alles haha. Veel mensen vinden dat vervelend, maar wij vonden het hilarisch. We kochten wat bananen en maakten direct een paar vrienden 😉

Verder in het bos kwamen we een Australisch stel tegen die maïskorreltjes meegenomen hadden. Ik kreeg er een paar van haar en wat er toen gebeurde was zo leuk! In plaats van dat de aap me enthousiast besprong (gebeurt bij bananen) kwam hij heel lief en rustig op m’n arm zitten om één voor één de maïskorrels op te eten.

Na het apenavontuur even een pitstop voor wat rice paper rolls en een vers sapje.

De rest van de dag relaxten we bij het zwembad. Altijd leuk om met onze Gopro camera wat toffe foto’s te maken =)

Ons diner aten we bij Bridges, langs de brug die over de rivier loopt. Het eten was heerlijk en het uitzicht was bijzonder, want het begon keihard te regenen.

In onze villa hing deze coole dude aan het bed. Super cheesy, die gevouwen handdoeken, maar ik vind het heel leuk!

Onder ons resort loopt een rivier en overal zie je dat je kan raften. Ik had het nog nooit gedaan en Tig vindt het altijd leuk, dus vrijdag ochtend gingen we ervoor. Na een wandeling van zo’n 20 minuten over scheve traptreden naar beneden – ik denk serieus wel 800 – sprongen we in onze boot. De rivier bleek vrij rustig te zijn en het uitzocht was geweldig, we zaten echt midden in de jungle. Ik vond het echt te gek! Als je in Ubud bent zou ik zeker gaan raften. Wij deden het bij Bali Toekad rafting en hadden een hele leuke gids.

’s Middags gingen we naar het olifantenpark in Taro, maar dat bleek een verkeerde keuze. We dachten dat – net als bij monkey forrest – de olifanten gewoon los liepen maar niks bleek minder waar. Ze gaven een show met voetballen en hoepels, zaten aan een ketting van krap een meter en je kon voor $46,- (!) een ritje op z’n rug maken. Super zielig. Ik moet zeggen dat de verzorgers wel heel lief voor de olifanten waren en dat ze, zonder aangelijnd te zijn, ook gewoon meeliepen. We hebben ze wat hout gegeven (dat eten ze blijkbaar) en even geaaid en zijn toen weer verder gegaan. Ik zie deze mooie beesten toch liever in het wild =)

Van één van de taxichauffeurs hadden we restaurant Indus als tip gekregen. We hoorden bij binnenkomst al leuke muziek en er bleek een live salsa band te spelen. Goede cocktails, lekker eten en kijken naar mensen die supergoed kunnen salsa dansen: het was een hele leuke avond!

Afgelopen zaterdag hebben we zoveel gedaan; normaal zouden we daar bijna een hele vakantie voor nodig hebben. In een notendop: rijstvelden bezoeken, een bezoek aan de elephant cave, zwemmen met dolfijnen (te gek!), hout carving & zilversmeden zien, eten in een compound, een waterval van dichtbij bekijken en een Balinese avondmarkt – met veel eten! – bezoeken. We gingen de hele dag op pad met onze gids Wayan die ons werkelijk álles kon vertellen over het leven op Bali, het Hindoeïstische geloof, de spirits waar de Balinezen in geloven en hij wist over alles waar we kwamen wat te vertellen. Wij boekten onze tour via Bali Traditional Tours, zeker een aanrader als je veel wilt zien & leren.

Het regende keihard en aangezien het hier toch nooit koud wordt nam ik een frisse, extra natte duik in het zwembad 😉

We vergeten hier constant wat voor dag het eigenlijk is, en daarom is het zo grappig dat zondag eigenlijk een echte zondag was. Een échte zondag begin je natuurlijk met een goed ontbijt. We gingen naar Copper en aten de frozen smoothie bowl, deelden een French toast (soort wentelteefjes) en gingen daarna voor de eggs Benedict en oat pancakes. Heerlijk allemaal! En Copper is een prachtige zaak.

De rest van de dag hebben we lekker geshopt. Deze winkel staat vol met katten spullen dus daar moet natuurlijk een foto van gemaakt worden 😉

We liepen langs Tukies en konden dit heerlijke ijsje niet weerstaan. Het is kokosijs met vers kokosvlees en crunchy palmsuiker bovenop. Niet normaal, zo lekker!

Oke het lijkt nu of we alleen maar aan het eten zijn 😉 In Seminyak hoorden we al over Hujan Locale, een nieuwe zaak in Ubud. Het interieur is heel tof: een robuuste tegelvloer, ‘beschadigde’ spiegels aan de muur, fijne stoelen, grote ananassen op de muur en de menukaart op een houten clipboard geserveerd. En het eten! Oh oh oh het eten. Wát lekker zeg! Indonesisch met een moderne twist, zo kan ik het het beste omschrijven. We kozen voor de octopus saté, tonijntartaar met watermeloen (heerlijk), lam curry en pork belly. Eigenlijk hadden we geen plek meer voor een dessert maar de kaart was zo veelbelovend dat we toch maar een peer-aardbei crumble deelden. Toen we de ‘crumble chocolate fudge cake with peanutbutter ice cream bourbon caramelized sauce’ (werkelijk elk woord hiervan doet me kwijlen) op de kaart zagen staan besloten we dat we hier dinsdag – onze laatste avond – weer gaan eten.

Dat was het weer! We hebben nog maar 3 dagen te gaan op dit heerlijke eiland. Voor morgen staat er een cooking class op het programma en verder gaan we vooral nog even veel zwemmen, lekker eten en genieten van het leven hier.

Naast iPhone & GoPro heb ik veel foto’s gemaakt met de Samsung NX500 camera, die ik speciaal voor deze reis meegekregen heb =)

Wil je dit bewaren? Klik hier om te printen =)